De oplossingen controleren door een netwerkverbindingsrapport af te drukken

1 . Papier laden.

2 . Druk op de knop .

Controleer de berichten en foutcodes op het netwerkverbindingsrapport en volg dan de oplossingen.
a: Foutcode
Code
Oplossing
E-2
E-3
E-7
Controleer of het toegangspunt is ingeschakeld.
Controleer of de computer of andere apparaten correct zijn verbonden met het toegangspunt.
Plaats de printer dicht bij het toegangspunt. Verwijder alle obstakels ertussen.
Als u de SSID handmatig hebt ingevoerd, moet u controleren of deze correct is. U kunt de SSID controleren onder Netwerkstatus op het netwerkverbindingsrapport.
Om een netwerk tot stand te brengen met de drukknopinstelling, moet u controleren of het toegangspunt WPS ondersteunt. Als dit geen WPS ondersteunt, kunt u geen netwerk tot stand brengen met de drukknopinstelling.
Controleer of alleen ASCII-tekens (alfanumerieke tekens en symbolen) worden gebruikt voor de SSID. De printer kan geen SSID weergeven die andere tekens dan ASCII-tekens bevat.
Controleer de SSID en het wachtwoord voordat u verbinding maakt met het toegangspunt. Als u het toegangspunt gebruikt met de standaardinstellingen, bevinden de SSID en het wachtwoord zich op het label. Als u de SSID en het wachtwoord niet kent, neemt u contact op met de persoon die het toegangspunt heeft ingesteld of raadpleegt u de documentatie die bij het toegangspunt is geleverd.
Als u wilt verbinden met de SSID die is gegenereerd met behulp van de tethering-functie van een smart device, controleert u de SSID en het wachtwoord op de documentatie die bij het smart device is geleverd.
Als de wifi-verbinding plots wordt verbroken, controleert u het volgende. Als een van deze items toepasselijk is, stelt u de netwerkinstellingen opnieuw in met de bijgeleverde softwareschijf of met de software die u van de website hebt gedownload.
http://epson.sn > Instellen
Er is een ander wifi-apparaat toegevoegd aan het netwerk met behulp van de drukknopinstelling.
Het wifi-netwerk is ingesteld met een andere methode dan de drukknopinstelling.
E-5
Zorg dat het beveiligingstype van het toegangspunt is ingesteld op een van het volgende: Als dat niet het geval is, wijzigt u het beveiligingstype op het toegangspunt en stelt u de netwerkinstellingen van de printer opnieuw in.
WEP-64 bit (40-bits)
WEP-128 bit (104-bits)
WPA PSK (TKIP/AES)*
WPA2 PSK (TKIP/AES)*
WPA (TKIP/AES)
WPA2 (TKIP/AES)
*: WPA PSK is ook bekend als WPA Personal. WPA2 PSK is ook bekend als WPA2 Personal.
E-6
Controleer of de MAC-adresfilter is uitgeschakeld. Als dit is ingeschakeld, registreert u het MAC-adres van de printer zodat het niet wordt gefilterd. Raadpleeg de documentatie die is opgegeven met het toegangspunt voor details. U kunt het MAC-adres van de printer controleren onder Netwerkstatus op het netwerkverbindingsrapport.
Als de gedeelde verificatie van het toegangspunt is ingeschakeld in de WEP-beveiligingsmethode, moet u ervoor zorgen dat de verificatiecode en index correct zijn.
E-8
Schakel DHCP in op het toegangspunt wanneer IP-adres verkrijgen van de printer is ingesteld op Aut..
Als IP-adres verkrijgen van de printer is ingesteld op Handmatig, is het IP-adres dat u handmatig hebt ingesteld, buiten bereik (bijvoorbeeld: 0.0.0.0) en uitgeschakeld. Stel een geldig IP-adres in vanaf het bedieningspaneel van de printer of Web Config.
E-9
Controleer het volgende.
Apparaten worden ingeschakeld.
U kunt toegang krijgen tot internet en andere computer of netwerkapparaten op hetzelfde netwerk van de apparaten die u met de printer wilt verbinden.
Als dit nog steeds niet werkt nadat u het bovenstaande hebt gecontroleerd, stelt u de netwerkinstellingen in via het installatieprogramma. U kunt dit uitvoeren vanaf de meegeleverde softwareschijf of met de software die van de website is gedownload.
http://epson.sn > Instellen
E-10
Controleer het volgende.
Andere apparaten op het netwerk worden ingeschakeld.
Netwerkadressen (IP-adres, subnetmasker en standaard gateway) zijn correct als u IP-adres verkrijgen van de printer hebt ingesteld op Handmatig.
Stel het netwerkadres opnieuw in als het onjuist is. U kunt het IP-adres, het subnetmasker en de standaard gateway controleren onder Netwerkstatus op het netwerkverbindingsrapport.
Als DHCP is ingeschakeld, wijzigt u IP-adres verkrijgen van de printer naar Aut.. Als u het IP-adres handmatig wilt instellen, controleert u het IP-adres van het toegangspunt en selecteert u Handmatig op het scherm met de netwerkinstellingen vanaf het bedieningspaneel van de printer of via Web Config. Stel het subnetmasker in op [255.255.255.0].
E-11
Controleer het volgende.
Het standaard gateway-adres is correct wanneer u de TCP/IP-instelling van de printer instelt op Handmatig.
Het apparaat dat is ingesteld als de standaard gateway, wordt ingeschakeld.
Stel het juiste standaard gateway-adres in. U kunt het standaard gateway-adres controleren vanaf het netwerkstatusscherm op het bedieningspaneel van de printer, Web Config, door het afdrukken van een netwerkverbindingsrapport of door een netwerkstatusvel af te drukken.
E-12
Controleer het volgende.
Andere apparaten op het netwerk worden ingeschakeld.
De netwerkadressen (IP-adres, subnetmasker en standaard gateway) zijn correct als u ze handmatig invoert.
De netwerkadressen voor andere apparaten (subnetmasker en standaard gateway) zijn dezelfde.
Het IP-adres komt niet in conflict met andere apparaten.
Als dit nog steeds niet werkt nadat u het bovenstaande hebt gecontroleerd, probeert u het volgende.
Definieer netwerkinstellingen op de computer die op hetzelfde netwerk als de printer zit met de bijgeleverde softwareschijf of met de software die u van de website hebt gedownload.
http://epson.sn > Instellen
U kunt meerdere wachtwoorden registreren op een toegangspunt dat het WEP-beveiligingstype gebruikt. Als er meerdere wachtwoorden zijn geregistreerd, moet u controleren of het eerste geregistreerde wachtwoord op de printer is ingesteld.
E-13
Controleer het volgende.
Netwerkapparaten zoals een toegangspunt, hub en router, zijn ingeschakeld.
De TCP/IP-instelling voor netwerkapparaten is niet handmatig opgegeven. (Als de TCP/IP-instelling van de printer automatisch is ingesteld terwijl de TCP/IP-instelling voor andere netwerkapparaten handmatig wordt uitgevoerd, kan het netwerk van de printer verschillen van het netwerk voor andere apparaten.)
Als dit nog steeds niet werkt nadat u het bovenstaande hebt gecontroleerd, probeert u het volgende.
Definieer netwerkinstellingen op de computer die op hetzelfde netwerk als de printer zit met de bijgeleverde softwareschijf of met de software die u van de website hebt gedownload.
http://epson.sn > Instellen
U kunt meerdere wachtwoorden registreren op een toegangspunt dat het WEP-beveiligingstype gebruikt. Als er meerdere wachtwoorden zijn geregistreerd, moet u controleren of het eerste geregistreerde wachtwoord op de printer is ingesteld.
b: Berichten over de netwerkomgeving
Bericht
Oplossing
*Er zijn meerdere netwerknamen (SSID) gedetecteerd die overeenstemmen met de ingevoerde netwerknaam (SSID). Controleer de netwerknaam (SSID).
Dezelfde SSID kan worden ingesteld op meerdere toegangspunten. Controleer de instellingen van de toegangspunten en wijzig de SSID.
De Wi-Fi-omgeving moet worden verbeterd. Schakel de draadloze router uit en vervolgens weer in. Als de verbinding niet verbetert, raadpleegt u de documentatie voor de draadloze router.
Nadat u de printer dichter bij het toegangspunt hebt geplaatst en obstakels ertussen hebt verwijdert, schakelt u het toegangspunt in. Als het nog steeds geen verbinding maken maakt, raadpleegt u de documentatie die bij het toegangspunt is geleverd.
*Er kunnen niet meer apparaten aangesloten worden. Verwijder een van de apparaten als u een ander wilt toevoegen.
U kunt maximaal vier wifi-apparaten tegelijk verbinden in de eenvoudige AP-modus. Om nog een wifi-apparaat toe te voegen, moet u eerst de verbinding van een van de verbonden wifi-apparaten verbreken.